Holistische therapeuten worden met allerlei soorten problemen geconfronteerd. Sommige klachten zijn vrij eenvoudig te behandelen, andere moeilijker. Van sommige problemen zijn de oorzaken gemakkelijk te achterhalen, in andere gevallen wordt het een moeizame speurtocht. Een holistisch therapeut gaat hierbij grondig te werk en beperkt zich niet tot het behandelen van symptomen en tot oppervlakkige verklaringen. Ook de cliënten die zich tot holistische therapeuten wenden, zijn vaak diepgravers.
Als de mechaniek achter een probleem is beantwoord, als de oorzaak-gevolgrelaties zijn ontrafeld, komt men niet zelden uit bij de vraag naar het waarom. Waarom maak ik dit mee? Waarom overkomt me dit? Waarom ben ik hier zo vatbaar voor? Welke zin heeft dit in een mensenleven? Op die wijze worden holistische therapeuten regelmatig geconfronteerd met vragen die in wezen over karma gaan.
In ‘Karmische Psychologie’ heb ik zo nuchter mogelijk en vanuit een Jungiaanse visie op het individuatieproces, geprobeerd te ontrafelen waarom gebeurtenissen zoals ziekte een mens overkomen. Het achterliggende principe is dat al wat een mens aantrekt, in wezen een stimulans inhoudt om de eigen richting te vinden, de eigen levensstroom te leren volgen en dus op termijn bijdraagt tot de innerlijke groei. In sommige gevallen is het eenvoudig te begrijpen waar het concreet om draait, in andere gevallen is het echter moeizaam zoeken naar hoe de vork in de steel zit. Oppervlakkig bekeken trekken gebeurtenissen een mens soms uit zijn of haar stroom. Dan is het nodig om de wezenlijke ontwikkeling van die mens in een ruim perspectief te kaderen, met inbegrip van de vorige levens, om een juist zicht te krijgen op waar alles nu werkelijk toe leidt.
Maar zelfs als de antwoorden op karmische vragen ondubbelzinnig gegeven kunnen worden, leidt dit automatisch naar nieuwe vragen:
Waarom – zelfs als je er veel positieve energie in stopt- is het vaak zo moeilijk om in te zien wat je te leren hebt uit een gebeurtenis, of om in te zien wat het verband is tussen een lichamelijke kwaal en een psychisch patroon? Waarom is het niet eenvoudiger om mens te zijn op aarde? Waarom zijn levenslessen vaak zo hard, soms zelfs onmenselijk hard?
In wezen komen we hier elke keer weer bij dezelfde basisvraag uit: ‘Waarom is het leven zoals het is?’ We kunnen dan wel de mechaniek achter het leven begrijpen, de karmische wetten leren kennen, maar waarom zijn ze zoals ze zijn?
In alle tijden en culturen hebben de pogingen om hierop te antwoorden, geleid tot het ontstaan van religies, gebaseerd op spirituele ervaringen, theorieën en filosofieën. Steevast komen we terecht bij goden, godinnen, één God, een andere God of weer een nieuwe invulling van die ene God.
Elke keer weer logenstraft de ervaring van het leven zelf, heel wat van die ideeën en concepten. Veel godsdienstige principes worden door het concrete leven tegengesproken, door de ervaringen van mensen en door wat we via wetenschappelijke weg ontdekken. Wat niet tegengesproken wordt of zelfs bevestigd door ervaring en wetenschap, is over het algemeen maar een klein deel van wat geloofd wordt vanuit religieuze hoek, maar dat gedeelte is wel uiterst waardevol.
In ‘De Pijn van het Opperwezen’ heb ik een nieuwe invulling aan het concept ‘God’ gegeven, gebaseerd op tientallen regressie-en readingsessies waarbij werd gezocht naar het antwoord op diepe levensvragen, niet uit nieuwsgierigheid, maar omdat het noodzakelijk was voor de cliënten in kwestie, omdat ze die informatie nodig hadden om een innerlijke levenshouding te kunnen veranderen die aan de oorsprong lag van hun problemen. Veel emotionele problemen (en de bijbehorende lichamelijke) ontstaan immers vanuit een diepliggend ‘conflict met het Opperwezen’: men legt zich niet neer bij de gang van zaken, de karmische wetten, de wijze waarop een mens op aarde met z’n leerproces wordt geconfronteert en men blokkeert daardoor de eigen levensstroom.
Het godsbeeld dat in ‘de Pijn van het Opperwezen’ wordt gepresenteerd, draait in de kern hierom: er is geen God buiten de schepping, maar wel een ‘Opperwezen’ dat de integratie inhoudt van alles wat er is. In het Opperwezensbewustzijn is alles en iedereen met elkaar verweven en verbonden. Elk mens is een samenstellend deeltje van dat grote geheel, elk menselijk trekje is tevens iets van het Opperwezen, zowel het meest lichamelijke en sensuele als het meest zwarte en agressieve in de mens. Niet alleen het spirituele dus. De leerprocessen van de mens zijn tevens de leerprocessen van het Opperwezen.
Het is een holistische visie op ‘God’, gebaseerd op positieve resultaten die behaald werden met holistisch healingwerk én het stemt overeen met het wereldbeeld dat uit de recentste vordering van de wetenschap aan het ontstaan is. Hierbij kan ik verwijzen naar het uitstekende boek ‘Het Veld’ van Lyn McTaggart, alsook naar ‘Kosmische Visie - Wetenschap en het Akashaveld’ van de fysicus Ervin Laszlo (ISBN 90-202-8359-6). De wetenschap beschrijft een geheugen- en informatieveld dat alles en iedereen met elkaar verbindt en dat los van de gekende wetten van tijd en ruimte blijkt te functioneren. Menselijk bewustzijn blijkt niet toevallig ontstaan te zijn als bijproduct van de materie, bewustzijn is daarentegen inherent aan alles. Kortom, de wetenschap beschrijft hetzelfde Opperwezen waar mystici en healers al eeuwen lang mee communiceren en waarmee mensen in contact komen tijdens mystieke ervaringen, bijna-doodervaringen en ingrijpende therapeutische sessies.
In ‘De Pijn van het Opperwezen’ wordt de nadruk gelegd op het individuatieproces van het Opperwezen, het innerlijke differentiatieproces van ‘Het Geheel’. We worden een beetje meer wegwijs in onze zoektocht naar de aard van het Opperwezen en de consequenties daarvan voor de mens en zijn problemen.